Op dinsdagavond 18 maart 2014 heeft Dhr. Loer in Zalencentrum Balk in Zuidhorn een lezing gegeven , over het kloosterleven in Aduard en waarom dat vooral in het Noorden zo tot bloei kwam..
De macht, grootte en rijkdom van het St. Bernardusklooster in Aduard is ongekend in de Lage Landen. Vooral in de 13e eeuw manifesteerde de abdij zich als een imperium met ca. 100 monniken en meer dan 500 werkbroeders, een kloosterrein vergelijkbaar in omvang met dat van de bekende abdij van Clairvaux in Frankrijk, zo’n 6000 hectare aan vruchtbaar landbouwgrond en een kerk met een lengte van 100 meter gebouwd in de traditie van de Franse gotiek. Zonder overdrijving kan worden gesteld dat Aduard hoort in de top tien van de grote Cisterciënzer abdijen van Europa. Die status is niet komen aanwaaien.
De vraag is, hoe kan het dat in het noordelijk kustgebied, waar zo’n 120 kloosters hebben gestaan, juist deze abdij zo snel zo groot is geworden. In deze lezing wordt geprobeerd hiervoor een verklaring te vinden, alsmede voor andere ontwikkelingen die hieraan vooraf zijn gegaan: waar kwamen die Cisterciënzers vandaan en wat is de voorgeschiedenis van al die Friese, Groninger en Oostfriese kloosters?
Jakob Loer doet als mediëvist in zijn geboortedorp Aduard al jaren onderzoek naar de geschiedenis van de Cisterciënzer kloosterorde. Hij woont bovenop de wierde van Aduard op de plek waar eens de kloosterkerk stond. Hij heeft een aantal de uitgaves gepubliceerd over dit onderwerp: “De Abdijkerk van Aduard” en “Kloosterland”