Van Starkenborghkanaal

2013 Het Van Starkenborghkanaal met brug Zuidhorn

Wie langs het Van Starkenborghkanaal rijdt of vanaf de brug naar het kanaal kijkt, ziet dat er hard wordt gewerkt. Er wordt gebaggerd, gegraven, damwanden geslagen en ter plaatse van de nieuwe rondweg worden de nieuwe opritten naar de nieuwe brug aangelegd. Ook zijn de bochten ten westen van Zuidhorn (richting Gaarkeuken) verruimd.

Vanwaar al deze activiteiten zult u zich afvragen? Omdat de schepen steeds groter worden en het containervervoer (max. 4 lagencontainers) toeneemt, is het noodzakelijk dat de bodemdiepte wordt vergroot van 3,20 m naar 5,20 m. Ook moet de doorvaarthoogte van alle hefbruggen op 9.40 m (nu 7,00 m) worden gebracht en de doorvaartbreedte op 54,00 m, zodat twee schepen elkaar kunnen passeren. In het kader van deze aanpassing van het kanaal aan de nieuwe scheepvaart- ontwikkelingen, leek het schrijver dezes goed nog eens stil te staan bij de aanleg van het kanaal en dan met name het gedeelte binnen de oude gemeente Zuidhorn.

Hoendiep

Jarenlang was het Hoendiep de enige vaarweg van Groningen naar Friesland.Om te voldoen aan de eisen des tijds, waren in de periode 1862-1879 diverse aanpassingen verricht: verbreding van de bodem tot 8 m en het verdiepen tot 2 m onder kanaalpeil. De intrede van de scheepsmotor zorgde er voor dat de afmetingen en de tonnage van nieuwe schepen toenam die een groter kanaalprofiel vereisten. In 1917 werd een plan gemaakt, dat voorzag in het verbreden van het Hoendiepnaar 20 m en een waterdiepte van 2,5 m. Schepen met een tonnage van 700 ton konden dan hier gebruik van maken. Stedebouwkundige ontwikkelingen in het noorden van de stad Groningen doorkruiste bovengenoemd plan echter.

Deze ontwikkeling voorzag o.a. in een nieuw kanaal tussen het Boterdiep en Damsterdiep en was aanleiding voor een nieuw kanaal richting het Hoendiep. Het kanaal zou worden uitgevoerd met een bodembreedte van 36 m en een waterdiepte van 3 m en daarmee geschikt voor schepen tot 2000 ton.

Provinciale Staten accoord

Op 29 mei 1928 en 29 januari 1929 gaven de Provinciale Staten toestemming voor de aanleg van het Van Starkenborghkanaal resp. het kanaalvak Noordhorner- tolhek – Boterdiep en Boterdiep – Damsterdiep, inclusief alle bijbehorende kunstwerken. Voor de gemeente Zuidhorn betekende dit laatste de aanleg van een spoorbrug en een brug in De Gast tussen Zuid- en Noordhorn.De aanleg van zo’n kanaal dwars door het Groninger landschap zou tegenwoordig veel weerstand opleveren: doorgaande wegen, sloten en diepen werden afgesloten en bebouwing moest worden gesloopt. Ook moesten aan De Gast zes woningen en een boerderij worden afgebroken.Het kanaal betekende eveneens een drastische scheiding tussen Noord- en Zuidhorn.

Aanleg kanaal

De uitvoering startte op 15 augustus 1931 en werd in het kader van de werkverschaffing grotendeels uitgevoerd met schop, kruiwagen en kipkar.Met laatstgenoemde machine kon het kanaal ‘in het droge’’ worden gegraven. Voor een gedeelte van het kanaal in Zuidhorn is hiervan gebruik gemaakt.

De spoorbrug

 

De eerste werkzaamheden aan het kanaal was de bouw van de De spoorbruggen te Zuidhorn en Groningen en startte op 15 augustus 1931.De bestaande spoorlijn Groningen – Leeuwarden was al in 1866 in gebruik genomen.Omdat het treinverkeer tijdens de bouw van de spoorbrug ongehinderd moest doorgaan, werd de nieuwe spoorbaan op 25 m ten westen van de bestaande spoorbaan aangelegd. Waar de bestaande spoorbaan heeft gelegen, is nog te zien aan de Mokkenburgerweg te Noordhorn waar nog een brughoofd over de Noordhorner Schipsloot aanwezig is. De spoorbrug is ‘in het droge’ gebouwd door aannemer Van Lieshout uit Mierloo bij Helmond. Pas daarna werd hier het kanaal gegraven. De brughoofden staan op palen en zijn in beton uitgevoerd. Betonspecie werd ter plekkegemaakt.

 

Opening

De officiële opening van het kanaal vond plaats op 5 november 1938 door Koningin Wilhelmina. Zij onthulde een gedenksteen bij de Oostersluis in Groningen in aanwezigheid van de Commissaris van de Koningin Mr. J. Linthorst Homan.